Vlooien

Overlast door vlooien is te voorkomen door vroegtijdig vlooien te bestrijden. Bijna elke hond of kat heeft wel een aantal vlooien. In de meeste gevallen kan dat niet veel kwaad, maar zeker bij warm weer kan een vlo zich in enkele weken verder voortplanten. Binnen vier weken kunnen vlooien duizenden nakomelingen krijgen. Deze vlooien gaan op zoek naar voedingsstoffen en dat vinden ze in bloed. Huisdieren zijn hier vaak de dupe van. De vlooienlarven daarentegen vinden voedingsstoffen in bijvoorbeeld tapijt of in beddenlakens.

Er bestaan veel soorten vlooien in ons land, maar de meest voorkomende is de kattenvlo (niet te verwarren met bedwantsen). Deze zijn 2 tot 3 mm groot en hebben een bruin tot donkerrode kleur. Ze komen vaak via honden en katten binnenshuis en zijn achter de oren of op de achterpoten van het huisdier te vinden. Controleer dit regelmatig met een vlooienkam. Indien u veel zwarte vlokjes tegenkomt kan dit duiden op uitwerpselen van de vlo. Vlooien kunnen goed springen en kunnen zich daardoor verspreiden van het ene dier naar het andere.

Vermoedt u vlooienoverlast? Haal eens een wit A4-tje langs de vloer, de aanwezige vlooien worden direct zichtbaar. Vlooienbeten zelf zijn niet pijnlijk, de jeuk (als gevolg van de reactie van het lichaam) kan zeer hinderlijk zijn. Een volwassen vlo voedt zich met bloed van huisdieren. Soms springt de vlo ‘per ongeluk’ op de mens, maar de vlo geeft de voorkeur aan huisdieren. Er zijn meer signalen die kunnen duiden op de aanwezigheid van vlooien:

• Hevig krabben of bijten van huisdieren (jeuk).
• Uitwerpselen in de vacht van uw huisdier (Kleine zwarte korrels).
• Uitwerpselen in de honden- of kattenmand of op de vloerbedekking.
• Kleine rode stipjes of zelf huidirritatie als gevolg van vlooienbeten. (vaak op uw voeten en onderbenen)

Bij honden en katteneigenaren komen vlooien regelmatig in huis terecht. In de meeste gevallen hoeft dit nog niet te leiden tot een vlooienplaag, maar bij warm weer wordt de kans wel groter. Ook zonder dat u huisdieren heeft kan het mogelijk zijn dat er overlast ontstaat. De beestjes kunnen al enige tijd binnenshuis zijn genesteld. Door beweging in huis worden de beestjes ‘wakker’ en worden ze weer actief.

Meestal zijn de larven van vlooien te vinden in matten, tapijten of beddengoed. Vlooien kunnen goed springen en kunnen zich snel verspreiden door verschillende ruimtes binnenshuis. Omdat ze zich snel kunnen voortplanten kan de overlast in een korte tijd zeer groot worden. Dat is voor woonhuizen, maar zeker ook voor hotels zeer hinderlijk.

De beste manier om een vlooienplaag te voorkomen is door uw huisdier vrij te houden van vlooien. Er zijn diverse middelen op de markt, uw dierenarts kan u hierin adviseren. Daarnaast is goede hygiëne van het grootste belang. Regelmatig stofzuigen voorkomt verspreiding van vlooien. Was verder wekelijks de slaapplaats (deken/handdoek/hondenkleed) van uw huisdier. Liefst boven 50°C, zodat de vlooien gedood worden. Wanneer u op vakantie gaat zorg dan voor een goed stofgezogen woning en vernietig de inhoud van de stofzuigerzak. Vlooienlarven zijn geduldig en wachten rustig tot hun prooi weer thuis is voordat ze uit hun cocon komen. Klop daarom de slaapplaatsen van uw huisdieren grondig uit of was op 50°C.